Niet alle boeken die ik lees hebben een groot effect op me.
Veel boeken zijn leuk of spannend, maar ben ik even later al weer vergeten. Zelfs sommige fantasy-boeken bevatten werelden die mijn verbeelding maar weinig doen (bijvoorbeeld Robert Jordan. Sorry, ik kwam niet verder dan boek vier... Hmmm, da's toch best ver).
Maar eens in de zoveel tijd kom ik iets tegen dat mij op het lijf geschreven is. Een boek dat mijn fantasie op gang brengt, dat dromen in me oproept en dat me naar meer van die wereld doet verlangen.
Een van die boeken is 'The Anvil of Ice' van de Engelse auteur Michael Scott Rohan, al wat ouder (1986), maar gelukkig toch in mijn handen terechtgekomen. Beter laat dan ooit, zegt men wel eens.
Wat aan dit boek spreekt mijn verlangen nou zo sterk aan?
Heel eenvoudig: de appendix.
Niet wegklikken, ik leg het uit. Het boek (en de vervolgen, het is natuurlijk een trilogie, eh, twee trilogieën ondertussen) is een fantasyverhaal dat zich afspeelt tijdens een ijstijd. De vijand bedient zich nu eens niet van donkere wolken en orcs, maar van zeepiraten en een langzaam voortschrijdend ijsdek. In plaats van magische spreuken zijn er smeden die betoveringen in hun werk kunnen leggen. Het taalgebruik herinnert aan de epische stijl van Tolkien (hoewel natuurlijk niet zo goed als de meester) en de hoofdpersoon moet het kwade in zichzelf overwinnen en strijden tegen een voorwerp dat hijzelf gemaakt heeft. Een aansprekende verhaallijn.
Maar nog mooier is dat het een wereld is waar niet alleen draken voorkomen, bovennatuurlijke machten en dwergen, maar ook sabeltandtijgers, reuzenluiaards en prehistorische walvissen...
Hier horen de hoofdpersonen iets in het bos:
'They turned, and became aware of the shadow that moved slowly among the thicker green behind them. It looked like a moving wall behind the leaves. Hands crept to sword and axe as it lurched slowly closer, then fell away in dismay as they saw the true size of the thing. The bulky body rose to more than twice Kermorvan's height above the ground, on four legs that rivalled the redwood trunks around them in both girth and appearance, for the whole brute was covered in sparse but shaggy brown hair, thinnest on its small triangular ears... and weirdest of all, two vast curving blades of yellowish-white horn or tooth. Longer even than the very forelimbs of the beast, they crossed at the tips, and between them rose an immense flexible snout that browsed and ruffled among the thick foliage...'
Een mammoet...
Het is alsof je die dieren uit de plaatsjesboeken echt levend voor je ziet, door de ogen van een fantasykarakter.
En het mooiste is dus de appendix, want daar bespreekt Scott Rohan op een wetenschappelijke wijze de achtergronden van het verhaal. Volkomen serieus, alsof het op echte overlevering is gestoeld en uit de laatste ijstijd stamt (wat natuurlijk ook zo is :0). Hij legt ook verbanden met onze huidige kennis van de ijstijden. Zo blijken de dwergen verwant te zijn aan de neanderthalers, en zou de wolharige neushoorn zijn blijven voortleven als de eenhoorn... Het was het eerste dat ik doorbladerde van het boek en het eerste dat een brede glimlach op mijn gezicht toverde. De auteur nam zijn andere wereld serieus en zo kon ook ik geloven in zijn schepping...
Waarom spreekt deze realistische wereld van een fantasieland me zo aan?
Ten eerste omdat een van mijn diepe verlangens te maken heeft met de verdwenen werelden van de oertijd. Ik zou zo graag mammoeten en andere uitgestorven dieren zien, weten hoe ze leefden, hoe ze zich gedroegen. Ze zijn zo anders dan alles wat nu bestaat. Het wekt een gevoel van ontzag bij me op. En ten tweede: ik zou graag echt leven in zo'n magische wereld, waar koeienherders helden worden, waar piratenkapiteins koningen blijken en waar het kwaad uiteindelijk het onderspit delft. Vreugde, vreugde voorbij de grenzen van de wereld, zoals Tolkien zou zeggen.
Dit boek brengt die verlangens tot leven en maakt het makkelijk er, zij het tijdelijk, in te geloven. En op die manier doet het me ook verlangen naar die andere wereld die geen fantasie is, en waar mijn diepe verlangens naar schoonheid, avontuur en ontzag echt vervuld zullen worden.
[Not every book I read has a lasting effect on me.
A lot of novels are fun or exciting, but I have forgotten them within a week. Even some fantasy-novels are about worlds that do not stimulate my imagination (Robert Jordan for one. I did not get much further than the fourth book of his series... okay, that is far enough).
But once in a while I find something that seems written especially for me. A book that stimulates my own imagination, calls forth dreams from deep within and makes me desire the world it describes.
One of those books is 'The Anvil of Ice' of the Englisch author Michael Scott Rohan, a bit older (1986), but luckily I found it at last.
What is it about this book that speaks to my desires?
It's very simple: the appendix.
Don't turn away, I'll explain. The book (and its sequels) is a fantasystory during an iceage. The enemy is uncharacteristic for a fantasystory and uses seapirates and the large icemass instead of the obligatory clouds and orcs. Instead of magic there is smithcraft that enchants weapens and helmets. The style reminds me of the epic style of Tolkien (though not in the same league of the master, ofcourse) and the hero must fight evil in his own heart and his first evil creation.
Better still: its a world with dragens, supernatural powers, dwarf, but also sabertoothtigers, giant sloths and prehistoric whales...
Here is where the hero's hear something in the forest:
'They turned, and became aware of the shadow that moved slowly among the thicker green behind them. It looked like a moving wall behind the leaves. Hands crept to sword and axe as it lurched slowly closer, then fell away in dismay as they saw the true size of the thing. The bulky body rose to more than twice Kermorvan's height above the ground, on four legs that rivalled the redwood trunks around them in both girth and appearance, for the whole brute was covered in sparse but shaggy brown hair, thinnest on its small triangular ears... and weirdest of all, two vast curving blades of yellowish-white horn or tooth. Longer even than the very forelimbs of the beast, they crossed at the tips, and between them rose an immense flexible snout that browsed and ruffled among the thick foliage...'
A mammoth...
It's as if you see those picturebook animals with your own eyes, through the eyes of the fantasyhero.
And best is the appendix, because in the appendix Rohan puts forth details about the world in a scienctific manner. Completely serious, as if its based on real documents (which it is ofcourse). The dwarfs turn out to be related to the neanderthals, and the woolly rhinoceros seems to be the base for the unicorn... The appendix was the first thing I leafed through after buying the book and the first thing bringing a hube smile to my face. The author made me believe fully in his creation.
Why does this speak to my heart?
One of my deep desires has to do with the worlds of before. I would give everything (or at least a lot) to see mammoths and other extinct animals, to see how they lived, how they behaved. They're just so different. It's a feeling of awe. And I want to live in a magical world like that, where cowherds turn out to be heroes, where corsaircaptains become kings and where evil is vanquished at the last. Joy, beyond the boundaries of the world, as Tolkien would say...
This book revives those desires in me and enables me (be it temporarily) to believe. And thus it makes me desire that other world that is beyond fantasy, where my deep desires of beauty, adventure and awe will become reality.]
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment