Sunday, February 18, 2007

"Ze hadden een dichter moeten sturen..."

Dat zijn de woorden van sterrenkundige Ellie Arroway, als ze in de hemel boven haar een sterrenstelsel ziet ronddraaien. "Zo mooi...", fluistert ze vol ontzag. "Zo mooi... Ik had geen idee..." Later beschrijft ze wat ze zag als "een visioen dat laat zien hoe klein en onbetekenend, maar tegelijk hoe kostbaar we eigenlijk zijn." Wat ziet ze? De schoonheid van het uitgestrekte heelal. Geconfronteerd met dit transcendente visioen begrijpt Ellie hoe klein de mens eigenlijk is, maar tegelijk: hoe bijzonder om deze werkelijkheid te mogen waarnemen en er deel van te mogen uitmaken. Ze voelt ontzag. Ontzag voor de schoonheid van de schepping, die haar veruit overstijgt. En dus ontzag voor de schoonheid van de Schepper.
Als we het hebben over verlangens is dit wel een van de belangrijkste: ons verlangen naar schoonheid. Eigenlijk ben ik niet zo tevreden met onze Nederlandse woorden voor dit begrip. Schoonheid kun je associeren met 'schoon zijn als niet-vies zijn', maar daar gaat het niet om. En ons 'mooi' vind ik minder sterk dan het Engelse 'beautifull': beauty-full, oftewel vol van schoonheid. Maar goed, nu ik op deze blog volledig op Nederlands ben overgegaan, zal ik het er verder niet meer over hebben. Wel over schoonheid natuurlijk. Want dat is één van de thema's uit de film die ik gisteren gezien heb, Contact van regisseur Robert Zemeckis. In de magnifieke openingsscéne zien we de aardbol en horen we moderne radiouitzendingen. Dan trekt de camera zich terug: we zien de maan, Mars, Jupiter, Saturnus, de ster Alfa Centauri... en de radiouitzendingen worden steeds ouder. Langzaam wordt het stil, maar de camera beweegt verder: door sterrenwolken heen, onze melkweg, een ander sterrenstelsel, een cluster... Om te eindigen in de pupil van Ellie Arroway, die al van jongs af aan geintrigeerd is door de sterren en vooral door de vraag of er intelligent leven bestaat, dat met ons in contact zou kunnen komen. Om die vraag te beantwoorden, zet ze haar carriere als astronoom op het spel door mee te werken aan het SETI-project (Search for Extraterrestial Intelligence). Dit project heeft als doel via radiotelescopen signalen van beschavingen uit de ruimte op te vangen. Dr. Alloway weet de aandacht te trekken van een excentrieke miljonair, die haar onderzoek wil steunen. Tegelijkertijd sluit ze vriendschap met de rondtrekkende geestelijke Palmer Joss. Zij kan als zakelijke wetenschapper niet begrijpen waarom hij in God gelooft en wijst hem op het ‘Scheermes van Occam’. Occam zei dat als er voor een fenomeen meerdere verklaringen zijn de eenvoudigste de juiste is en Ellie ziet geen reden om God te betrekken in een verklaring van het heelal. Palmer heeft daarentegen een ervaring gehad waardoor hij onmogelijk kan twijfelen aan het bestaan van God. Hij probeert haar te overtuigen dat er meer is dan wetenschap alleen, maar daar wil ze niet aan en ze verliest hem bewust uit het oog…
Dan hoort Ellie op een dag een opvallend signaal van de ster Vega: het bestaat uit een serie priemgetallen, gevolgd door een grote hoeveelheid beeldmateriaal: de blauwdrukken voor een bijzonder apparaat...
Ik heb deze film ondertussen denk ik wel vijf keer gezien. Daaruit kun je afleiden dat ik het een goede film vindt. Ten eerste zijn de acteurs (Jodie Foster en Matthew McConaughy) sympathiek in hun rollen. Ten tweede komt de sfeer in de controlekamer van een radiotelescoop authentiek over. Dit zijn echte wetenschappers. En zelfs het ellenbogenwerk van Ellie's concurrenten is herkenbaar uit het laboratorium. De scéne waarbij voor het eerst het radiosignaal van Vega wordt opgepikt en het enthousiasme en de commotie die het gevolg zijn, brengt de opwinding van een wetenschappelijke ontdekking goed over. Ten derde raakt de persoonlijke ontwikkeling van Ellie de emotie. Ook het einde, dat voor tweeërlei uitleg vatbaar is, vind ik mooi.
Voordat ik wat schrijf over het verlangen naar schoonheid eerst nog wat over de manier waarop het geloof wordt gepresenteerd in de film. Er zijn hypocrieten, zoals Ellies baas, en er zijn fanatisten (die met spandoeken lopen en zelfs terrorisme niet schuwen). En het is moeilijk tegen die voorstelling in te gaan, want zo zijn sommige christenen echt. Er zijn christenen die in de naam van de liefde bommen leggen in abortusklinieken, of moordaanslagen beramen. En op kleinere schaal: die in brieven aan tijdschriften andere christenen zwartmaken of uitschelden als ze het niet met hen eens zijn. Pijnlijk. Deze film toont christenen niet in een heel positief licht. Behalve Palmer Joss. Het zou makkelijk zijn hem als een 'vaag christen' te beschrijven, of als een 'New Ager', maar bij deze kijkbeurt vond ik zijn geloof overtuigend overkomen. Nee, hij doet geen dogmatische uitspraken, en hij haalt geen bijbelteksten aan, maar hij is wel open en eerlijk en heeft oog voor het hart van zijn medemensen. En uiteindelijk komt ook Ellie tot de ontdekking dat er dingen zijn die je kunt geloven zonder ze te bewijzen. Op haar ervaring wordt ook het 'scheermes van Occam' toegepast, en ze moet toegeven dat de sceptische verklaring het meest logisch lijkt, maar wat ze heeft meegemaakt was zo mooi, zo goed, dat ze er niet aan kan twijfelen. Precies wat Palmer zei over God, en daarom gelooft hij ook in haar getuigenis, als de rest van de wereld twijfelt.
Er valt nog meer te zeggen over deze film, want verlangen speelt een grote rol. Bijvoorbeeld het verlangen naar gemeenschap in de eenzaamheid van het heelal, het verlangen de verdwenen vader weer te ontmoeten en verbinding te leggen met iets buiten onszelf. Maar daar ga ik nu niet op in, ik wil wijzen naar de verwondering van Ellie bij het zien van de schoonheid van het heelal.
Het is namelijk de belangrijkste ontdekking die ik de afgelopen maanden gedaan heb (vorige week in feite), namelijk dat ik heel diep in mijn hart verlang naar schoonheid (beauty) en hoe dat eigenlijk een verlangen naar God is. Ja, ik had al meer over verlangen gelezen, en over de betekenis van schoonheid. John Eldredge zegt dat schoonheid en pijn de twee dingen zijn die ons hart kunnen raken. Ik zei dat ook na, maar ik had het nog niet zo ervaren. Wat ik me deze week realiseerde was dat ik dit verlangen had onderdrukt, omdat ik dacht dat het ongeestelijk was, en dat ik me daardoor een lading schuldgevoel en schaamte op de hals had gehaald. Nu liet ik het toe dat verlangen te voelen, en het deed werkelijk pijn. Zo diep is het. C.S. Lewis schrijft over schoonheid die het hart doorboort. Ik weet wat het is. Zo voelt het verlangen. Als ik terugkijk naar mijn jeugd moet ik erkennen dat ik dat verlangen altijd gehad heb. Een van mijn eerste woorden was 'mosje', omdat ik altijd met mijn vingers over moskussentjes streek, die ik mooi vond en die prettig aanvoelden. Ik zocht naar mooie rupsen op het schoolplein, ik was gefascineerd door vissen, ik werd geraakt door de schoonheid van de bergen. Maar ik groeide op in een geloofsgemeenschap waar verlangens werden gewantrouwd. Er werd niet gesproken over schoonheid en ik leerde mijn verlangens te onderdrukken. Net als mijn verlangen naar avontuur. Dat was verkeerd, dacht ik, en dus mocht ik van mezelf geen avonturenboeken meer lezen of schrijven. En dat leidde tot schuldgevoel en frustratie, want zo'n verlangen verdwijnt niet zomaar. Net zo het verlangen naar schoonheid. Ook omdat zo'n onderdrukt verlangen zich kan uiten op een verkeerde manier, doordat je bijvoorbeeld wordt getrokken door dingen die niet werkelijk 'mooi' zijn. C.S. Lewis schrijft in Brieven uit de hel hoe de duivel alles wat goed is, probeert om te draaien. Onze goede verlangens probeert hij te verdraaien, zodat we ons er schuldig over voelen, of er een afgod van maken. Ik geloof dat dit bijvoorbeeld een rol speelt bij de worsteling van sommige mensen met pornografische beelden. Het verlangen naar de schoonheid (beauty) van de vrouw is goed (want vrouwen zijn werkelijk mooi). Maar de beelden uit tijdschriften, internet en televisie hebben daar helemaal niets mee te maken. Dat is geen echte schoonheid, maar namaak. Het is lelijk. Iemand is mooi als hij of zij helemaal zichzelf is, vol van schoonheid: beauty-full. Niet als hij of zij wordt misbruikt of gebruikt of zich laat gebruiken. Daarom kan een fotomodel met lege ogen feitelijk lelijk zijn, en een oud vrouwtje met appelwangen kan prachtig mooi zijn. Door het verlangen naar echte schoonheid toe te laten, wordt het makkelijker valse schoonheid als namaak te herkennen en af te wijzen. Dat is namelijk niet wat we als mens echt willen. Echte schoonheid komt van God. God is namelijk de enige die kan scheppen, die mooie dingen kan maken. Hij kan dingen maken die echt mooi zijn, die zichzelf zijn. De duivel kan alleen maar perverteren, verdraaien, vernietigen. Kijk maar naar The Lord of the Rings: Illuvatar, de schepper, kon de mensen maken en de elven (prachtige schepselen). Morgoth, de gevallen engel, kon zelf geen onderdanen maken, maar moest elven net zo lang martelen en pijnigen tot ze waren verworden tot de lelijke orcs. Het verlangen naar schoonheid is ten diepste het verlangen naar de tuin van Eden, de oorspronkelijke schepping. Als er staat: 'En God zag dat het zeer goed was', dan betekent het niet alleen dat de constructie van de schepping stevig in elkaar zat, of dat er geen kwaad aanwezig was, ik geloof dat hij ook wilde zeggen dat de schepping zeer mooi was. En dan vooral de mens, de kroon op zijn schepping, geschapen naar het beeld van God. En als we verlangen naar de schoonheid van de schepping, dan verlangen we eigenlijk naar God zelf. Want Hij is de bron van de schoonheid. Hij is niet alleen goed en heilig en liefde. Hij is ook mooi. In onze kerk zingen we het lied 'prachtige God'. Dat is waar. En de engelse tekst van dit lied is nog mooier: 'Beautifull one, we adore...'. Ik geloof ook dat de schoonheid van God het enige is dat die pijnlijke leegte in ons hart werkelijk kan vervullen. Want niks Aards is groot genoeg. Dat is anders dan bij andere verlangens. Het verlangen naar voedsel, dat we kennen als honger, verdwijnt als je genoeg eet. En het verlangen naar water verdwijnt als je genoeg drinkt. Maar het verlangen naar schoonheid wordt alleen maar groter. Als ik in de bergen loop bijvoorbeeld. Ja, de Pyreneeën, of de Rocky Mountains, zijn mooi en indrukwekkend, en ze vervullen mijn verlangen naar schoonheid, maar tegelijkertijd wekken ze die steeds meer op. Als ik in de bergen zijn voel ik mijn verlangen nog scherper. Hetzelfde bij het zien van een prachtige zonsopgang, het zien van een mooie vrouw, of het duiken boven wolken vissen in de Middellandse Zee. Hoe meer schoonheid, hoe dieper het verlangen. En hoe minder dat verlangen in mijn aardse leven vervuld kan worden. Hetzelfde als Ellie Arroway boven zich een sterrenstelsel ziet rondwentelen. Het wekt alleen meer verlangen op. Wat ik nu wil leren, is mezelf toestaan dit verlangen te voelen. Ik wil geen valse schoonheid ervoor in de plaats stellen, of het nu mijn aquariums zijn, een obsessie met bergen of iets anders. Niets in deze schepping kan het verlangen immers werkelijk vervullen: dan wordt het een afgod. Nee, ik wil leren te leven met een verlangen dat alleen God werkelijk zal vervullen. En dat voert me dichter bij hem. Ja, ik begrijp nu wat C.S. Lewis bedoelde toen hij zei dat God onze verlangens niet te sterk vindt, maar eerder te zwak. We zijn als de kinderen die in een modderpoel zandtaartjes blijven bakken, terwijl onze vader ons meevraagt naar het strand. We spelen met onze speelgoedauto's, terwijl een Porche 911 op ons staat te wachten. God wil zo veel meer geven. C.S. Lewis vraagt: "hoe zal het zijn om te drinken van de bron waarvan de lagere uitlopers op Aarde al zo bedwelmend zijn? Toch is dat wat ik geloof dat voor ons ligt: de hele mens zal vreugde drinken uit de bron van de vreugde".
Ten diepste is schoonheid dus iets transcendents. Iets dat boven ons en onze ervaring uitgaat. Maar het is iets waarvoor we zijn geschapen. Als we ergens naar verlangen, betekent het dat er een vervulling voor bestaat. En dit verlangen kan ons veranderen, zoals Ellie Arroway aan het einde van de film Contact is veranderd. Haar ogen zijn gaan leven en ze sluit zich niet meer af voor de liefde en het geloof van Palmer Joss.
Als je niet gelooft hoe belangrijk schoonheid is, lees dan Openbaring eens en vooral het begin (hoofdstuk 4) en het eind (hoofdstuk 21 en 22). Johannes beschrijft het Nieuwe Jeruzalem, de plek waarvoor wij bestemd zijn, in beelden van edelstenen, parels en goud: "De stad had de glorie van God. Ze schitterde als een edelsteen, als een kristalheldere jaspis... Het licht van zon en maan heeft ze niet nodig, want de glorie van God verlicht haar en het Lam is haar lamp... In deze Stad zal de troon van God en het Lam staan, en de dienaars van God zullen hem vereren. Ze zullen zijn gelaat zien en zijn naam op hun voorhoofd dragen. Er zal geen nacht meer zijn, zij hebben het licht van een lamp of van de zon niet nodig, want God de Heer, zal hun licht zijn... Laat wie dorst heeft komen, laat wie wil, het water nemen dat leven geeft, voor niets..."
Daarnaar verlang ik.

2 comments:

Anonymous said...

Hoi Johan,

Elke keer als ik de dageraad heb zien aanbreken en het licht over het land heb zien opkomen en alles in een keer stralend helder heb zien worden, is het woord 'goed' zo diep in mijn ziel gegrift, dat ik er verbaasd ben dat het me gegund was van zoiets getuige te zijn. Mogelijk is er een nog schitterender eerste ogenblik geweest, terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen juichten van vreugde'. Maar ondanks alles wat daar naar mijn ervaring tegen spreekt, zullen ze nog steeds zingen en juichen, dat zal zeker zo zijn.

Uit Gilead van Marilynne Robinson.

mvg

Jaap

Johan said...

Hee,

Ik moet dat boek nodig gaan lezen. Had er al eens een prachtig citaat uit gevonden, maar dit is ook erg mooi. Ja, het is waar: de morgensterren zongen bij de schepping, en dat betekent volgens mij dat ze er wel enthousiast over waren.
Dank voor de toevoeging!

Johan