Monday, February 05, 2007

Mollen en de kerk

Met al die berichten over films en over wetenschap zouden jullie kunnen denken dat ik niet meer aan lezen toekom. Niets is minder waar natuurlijk. Als je bijna drie uur per dag in de trein zit, zijn boeken van zeshonderd pagina's een peulenschil!
Vorige week heb ik bijvoorbeeld een boek gelezen waar ik erg lang naar heb uitgekeken. In 2000 las ik namelijk het tweede en derde deel van de serie Duncton Chronicles, van de Britse schrijver William Horwood, die ik van een kennis had geleend. Ik wist dat er een tweede serie was als vervolg (The Book of Silence), maar kon deze niet meer lenen. Vervolgens heb ik jarenlang gezocht naar Duncton Tales en zijn vervolgen: elke keer als ik in de Slegte, of een andere tweedehands boekwinkel kwam, keek ik ernaar uit. Zo verzamelde ik langzaam de hele serie: de trilogie die ik al kende, en de boeken vijf en zes. Alleen nummer vier bleef onbereikbaar. Tot ik vorig jaar februari in de Slegte in Rotterdam werktuigelijk bij de H van Horwood keek en daar tot mijn grote verbazing en verwondering dit boek zag staan. Meteen meegenomen natuurlijk. Nu wist ik hoe de herder zich voelde toen hij het verloren schaap terugvond. Het heeft vervolgens nog bijna een jaar geduurd voor ik eraan toe kwam het te lezen, want eerst wilde ik de Duncton Chronicles-serie weer herlezen en drie boeken van negenhonderd pagina's is niet niks. En nu ben ik dan eindelijk toe aan nieuwe verhalen over de mollen van het bos van Duncton.
Ja, deze boeken gaan over mollen. Nee, niet de beestjes die molshopen op grasvelden opwerpen, maar gepassioneerde, intelligente en religieuze personen. Wezens met wie je een diepe band opbouwt, alsof je ze kent en hun hele leven met ze meeleeft. Toevallig zijn ze zwart, bijna blind en graven lange gangen onder grasvelden, maar dat mag de pret niet drukken.
Ik beschouw de Duncton Chronicles als mijn favoriete fantasyboeken ooit (nou ja, op de boeken van Tolkien na dan). Want het zijn niet alleen boeken over pratende dieren, zoals Watership Down dat ook was, het zijn epische avonturenverhalen met een bovennatuurlijk element en sterke parallellen met het bijbelse evangelie. Ik kan in dit bericht onmogelijk het hele plot van de eerste drie boeken uit de doeken doen, dus laat ik volstaan met de opmerking dat dit de enige boeken zijn die ik ooit heb gelezen waarbij ik tranen in mijn ogen voelde. Horwood weet zijn karakters zo te omschrijven dat ze een diepe kern van emotie kunnen aanraken. Momenten van pijn, gruwel en verwerping zijn afgewisseld met verhalen van liefde, aanvaarding en zelfopoffering. En temidden van dat alles is het geloof in de Steen, en de komst van de Steenmol, die de mollen naar de stilte zal leiden.
Duncton Tales begint tien zomers na het einde van Duncton Found, maar in molsjaren is dat meer dan een eeuw. Na de gebeurtenissen uit de eerste boeken is de mollengemeenschap in Duncton eindelijk hersteld tot zijn eerdere glorie. Er is zelfs een bibliotheek, waar alle geschriften van de mollen (op stukjes boombast) worden verzameld en gekopieerd. Deze bibliotheek is het reisdoel van Privet, die op een dag in Duncton verschijnt met een collectie verhalen uit het noordelijke Beechenhill. Maar Duncton is niet het paradijs waarop ze hoopte, de hoofdbibliothecaris Stour heeft zich in isolatie teruggetrokken en zijn adjudant heeft niet zoveel op met verhalen. Bovendien draagt Privet een onverwerkt verleden met zich mee. Het is duidelijk dat ze iets schokkends heeft meegemaakt, dat ze uit alle macht probeert te vergeten. Tegelijkertijd raakt de wereld van de mollen in de ban van de Newborns, een groep mollen met een eigen strakke interpretatie van de leer van de Steen. Zij beschouwen hun uitleg van de religie als de enige ware en willen deze graag aan andere mollen opleggen. Bovendien willen ze de bibliotheken van de mollenwereld zuiveren van in hun ogen blasfemische teksten. Ook in Duncton zijn de Newborns neergestreken. Eerst nog in het afgelegen Marsh End, maar al snel richten ze hun aandacht op de bibliotheek. Bibliothecaris Stour meent dat de enige verdediging tegen de Newborns niet ligt in geweld, maar in het vinden van het boek van de Stilte, het enige van de zeven heilige boeken dat nog niet geschreven is. En dat hangt weer samen met het verleden van Privet, en een bijzondere mol genaamd Rooster, een Meester van het Graven...
Heb ik iets negatiefs over het boek te melden (want ja, dit blijft een boekbespreking)? Alleen dat de omgeving helaas een kleinere rol speelde dan in de eerdere boeken. Natuurlijk weet Horwood de locaties die er zijn levendig te beschrijven, zodat je ze zo voor ogen ziet, maar er zijn gewoon minder inspirerende plekken in dit verhaal. De belangrijkste nieuwe omgeving is een somber moeras. En ik vond de structuur van het verhaal ook wat onevenwichtig. Een groot deel van het verhaal is een flash back, met daarin ook weer flash backs. Dat stoorde me een heel klein beetje. Gelukkig is het verhaal dat in de flash back verteld wordt erg meeslepend.
Dat is het hele boek natuurlijk. Ik geniet altijd erg van de beeldende stijl van Horwood, niet alleen wat betreft landschappen en weersomstandigheden, maar ook wat betreft de karakters en de emoties van de hoofdpersonen. Hij heeft de gave om innemende karakters te beschrijven, en daarom leef je intens mee als hij ze door moeilijke omstandigheden laat gaan. Want dit boek is (net als Horwoods andere boeken) geen kinderboek. Het is duidelijk rauwer en pijnlijker dan Watership Down. Voor Horwood is het kwaad duidelijk realiteit. Nu zijn er andere schrijvers die proberen het kwaad realitisch weer te geven. Maar daar krijg ik soms een naar gevoel bij (bijvoorbeeld Tad Williams, van wie ik de Otherland-boeken na twee delen moest wegleggen). Voor Horwood blijft het echter niet bij het kwaad. Hij heeft namelijk ook oog voor het goede, dat hier en daar als een baken oplicht, zelfs in de duisterste omstandigheden. En dat voel je dan ook: als een gepijnigde, gekwelde mol door anderen wordt opgenomen, als iemand een ander vergeving durft te schenken, als vrienden elkaar na diepe beproevingen terugzien. In veel boeken blijft de genade een concept, Horwood laat het je voelen.
Dat is vooral relevant als je nadenkt over het onderwerp van dit boek. Ik moest namelijk denken aan een opmerking uit het naschrift van Duncton Found, dat Horwood tijdens het schrijven van dat boek zijn christelijk geloof vaarwel zegde en het boedhisme omarmde. Ik heb dat altijd jammer gevonden, dat een schrijver die zo duidelijk ook had voor de kracht van liefde en vergeving zijn geloof in de God van liefde kwijt raakte. Maar dit boek maakt volgens mij duidelijk waarom. De Newborns, met hun strikte interpretatie van de Stone en hun weigering om anderen in hun waarde te laten, verwijzen volgens mij naar de kerk. Als de Duncton Chronicles het mollen-equivalent zijn van het evangelie, is dit boek het equivalent van de geschiedenis daarna. En de eerlijkheid gebied me te zeggen dat de kerk er inderdaad een potje van heeft gemaakt. Ik heb ongeveer gelijktijdig met dit boek een boek gelezen van Philip Yancey, Genade, wat een wonder, en hij noemt een heel aantal voorbeelden op van genadeloosheid in de christelijke kerk, zoals de zijne, waar kleurlingen werden buitengesloten, maar waar wel collectes voor de zending werden opgehaald, of de brieven die hij kreeg nadat hij schreef dat Clinten wel eens niet de antichrist kon zijn. Dat komt dichtbij. Want ik ben zelf ook in een wettische omgeving opgegroeid en heb zelf ook andere mensen pijn gedaan, omdat ik graag mijn eigen gelijk wilde bewijzen. Ik geloof niet dat er iets is dat schadelijker is. Hoe kan een godsdienst van genade zo verworden? De drijfveer erachter moet angst zijn. En het enige antwoord daarop is liefde, want 'volmaakte liefde drijft de vrees uit' (1 Johannes 4). Helaas heeft William Horwood kennelijk weinig liefde gezien in de kerk. En als Jezus' volgelingen elkaar zwart maken, beschuldigen en wetten opleggen, dan zal Jezus niet anders zijn. Zoiets moet hij gedacht hebben. Heel jammer. Het maakt dit boek extra indringend, omdat de hoofdpersonen laten merken dat ze hebben begrepen wat liefde is. Heeft Jezus ons niet het gebod gegeven dat we elkaar moesten liefhebben (Johannes 13). En dat alleen aan onze liefde de wereld zou zien dat Hij ons gezonden heeft? We moeten deze woorden heel ernstig nemen. Tegelijkertijd geloof ik diep in mijn hart, dat alleen God ons een onvoorwaardelijke liefde voor onze naaste kan geven. Want 'wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad' (ook 1 Johannes 4).
Duncton Tales is voor mij een bevestiging van het belang van de genade.
Nu snel verder met het vervolg, Duncton Stone.
Voor diegenen die interesse hebben in de Duncton-series en andere boeken van Horwood vond ik nog een interessante link.

3 comments:

Anonymous said...

Hi brother,

Interesting weblog you have. I fully agree with your comments on the love commandment Jesus has given to mankind. I wonder how you think about grace as the by God given combination of love and truth. And the truth will set you free.

Kind regards,

Jaap

Johan said...

Thanks for your comments!

I take it you're Dutch? And are you a 'Jaap' I know? That's the thing with the internet, you never know.
Anyway. Yes, the truth will set us free. My thoughts about grace are still developing.
I have a deep conviction that God is good and in christian life there is no place for fear or living by outward rules. It's all about the change of heart God works in us. Now to put that in practice.
Love and truth are both part of that, I think. The love of God for us, and the truth about who we are made into.
I'll write more about it soon...

Johan

Anonymous said...

Hi Johan,

At the end of the road I have discovered a cross and have seen who God is en who I am. I learned about the love of God for me and at the same time I have seen the truth about myself. You have been raised in ' De Vergadering' and should know Isaiah 53 by heart. Recently I discovered while reading Isiah 53 that Jesus carried our sorrows and heals us. If you go through difficult times this 'fact' in the eye of a believer is precious. If you are in the dark I like Isaiah 49:15: 'Can a mother forget the baby at her breast and have no compassion on the child she has borne? Though she may forget you I will not forget you! See, I have engraved you on the palms of my hands.

Kind regards,

Jaap